Amir Bachrouri over de spreuk

spreuk-juni

 
Als voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad was Amir Bachrouri drie jaar lang spreekbuis van de Vlaamse jongeren. Intussen was hij ook columnist bij Knack en schreef hij een boek ‘Doe maar niet’. En toen moest hij nog 21 worden. Amir heeft een vlotte tong, een ongezouten mening en een scherpe pen waarmee hij zich regelmatig roert in het maatschappelijk debat. Voeg daarbij een warm hart en een onverwoestbaar geloof in de mens en je hebt de geknipte ambassadeur voor onze junispreuk ‘Kies wat je hoopt, niet wat je vreest’.

Hoop wordt snel geassocieerd met naïviteit. Wie hoop koestert is niet realistisch. Want kijk, de wereld gaat naar de knoppen. Er is de klimaatcrisis, de migratiecrisis, ongelijkheid en racisme. Er wordt ons voorgehouden dat het grenst aan waanzin om te geloven dat morgen beter kan zijn dan vandaag en gisteren. Wanhoop regeert.
Maar er schuilt ook veel kracht en schoonheid in een beetje naïviteit. Uitgaan van het goede in de mens maakt dat we anders in de wereld staan, anders naar elkaar kijken. Hoopvoller. We zijn vandaag heel sterk in het negatief interpreteren van de ander. We gaan veel te gemakkelijk uit van het slechte. Slechte bedoelingen, slechte invloed, slechte afloop. Als we nu eens onbevooroordeeld kijken en luisteren naar de ander, met open oren en een open geest. De wereld zou er helemaal anders uitzien.

Hoop is het kind in ons
Ik heb lange tijd voorgelezen aan leerlingen uit het vijfde en zesde leerjaar. Zij hebben mij geleerd hoopvol te zijn over onze samenleving. Ik was toen elke dag bezig met politiek en wat er allemaal misliep. En dat frustreerde mij enorm. Ik voelde me toen soms zelfs de wanhoop nabij. Dan sta je plots voor zo een klas met kinderen die zeggen: “F*ck al die miserie en problemen, wij gaan dat beter doen.” Heel direct en assertief, onbevangen en hoopvol. Er ging zoveel kracht uit van die kinderen!
Hoop is het kind in onszelf weer ontdekken. Kinderen gaan uit van het goede. Ze zijn van nature hoopvol en verwonderd. Zij leren ons dat het echt goed kan komen, dat we dingen zelf in de hand hebben.

 

2406_Amir_Bachrouri_lp_1.jpg

Onverschilligheid is de vijand van de hoop
Hoop draagt ook een engagement in zich. Enkel hopen op het beste is niet genoeg, je moet er ook het beste van maken. Door alle miserie die er is in de wereld zijn mensen soms bang geworden om te hopen. Maar toegeven aan die angst is een vorm van onverschilligheid. Hoe zou ík een verschil kunnen maken, denken ze. Onlangs vertelde een jeugdwerker mij dat hij wel probeert een verschil te maken in het persoonlijke leven van jongeren, maar dat hij twijfelde aan zijn impact op de samenleving. Maar als de persoon die hij stimuleert om verder te studeren later dokter wordt en levens redt, dan maakt dat een duidelijk verschil voor onze samenleving, een verschil van leven en dood!

Onze impact en onze verantwoordelijkheid zijn groter dan we vaak denken. We drukken onze stempel op meer manieren en intenser dan we vermoeden. Daarom zie ik het als een roeping, een morele plicht zelfs om hoopvol te blijven. Onverschilligheid, je m’en foutisme is de vijand van de hoop.
 

Als ik diep vanbinnen niet zou geloven dat de deur altijd op een kier staat, dat verandering mogelijk is, dan zal er ook niks veranderen. Dat heeft onze samenleving nodig: hoopvolle mensen die vanuit die hoop verandering forceren.

Vertrouwen is een vorm van veiligheid
“Doe maar niet”, de titel van m’n boek, is zo een typisch zinnetje waarmee dromen gefnuikt worden, waarmee hoop de kop wordt ingedrukt. We drukken vaak ook onze eigen hoop de kop in door de perceptie die anderen van ons hebben. Dat zag ik bij de jonge kinderen aan wie ik voorlas: “Ik dokter worden?! Ik zit ‘maar’ op een concentratieschool, da’s niks voor mij.” Daar moeten we echt tegen vechten! Als het cynisme kinderen van negen jaar begint te besmetten, dan is onze samenleving pas écht om zeep. Een gebrek aan vertrouwen in hun kunnen, in hun kans om een verschil te maken, ontneemt hen hoop.

Ik zat op een concentratieschool en ik heb veel kansen gekregen. Maar heel veel andere leerlingen leken gedetermineerd om een ander levenspad te bewandelen. Hoe komt het dat ik als enige van mijn klasje naar de unief kon gaan? Het antwoord op die vraag is complex. Maar veel heeft toch te maken met vertrouwen krijgen. Vertrouwen is een vorm van veiligheid. Het geeft je een veilige basis om je te ontplooien, om in jezelf te geloven. Als mensen rondom je geloven dat je buitengewone dingen kan doen, dan geeft dat hoop en dan ga je je er vaak ook naar gedragen. Hoop maakt je sterker en ondernemender.
“Kan u mij eens een compliment geven”, vroeg een kind onlangs aan een jeugdwerker. Die vraag vertelt dat er thuis of op school geen complimenten worden gegeven aan dat kind. Dat vind ik schrijnend. Dat is geen samenleving om trots op te zijn.
Doe maar wél, denk ik dan. Laten we elkaar vertrouwen en stimuleren. Elkaar hoop geven!
 
De mens in onszelf
Voor mij is de wereld niet zwart/wit. De ‘slechterik’ is misschien ook een vader die het beste voorheeft met zijn gezin. En de ‘goeie’ kan net zo goed fouten begaan en mensen kwetsen. Mensen en hun verhalen zijn complexer dan we op het eerste gezicht vaak denken. Verschrikking en schoonheid zijn twee kanten van een verhaal. De twee kunnen in één en dezelfde wereld bestaan. Niet alles en iedereen is alleen maar goed, en niet alles en iedereen is enkel slecht. Het leven is genuanceerder dan dat. Ook dat geeft hoop.
Kies wat je hoopt. Dan kies ik voor vertrouwen. Voor mildheid. Voor nuance. Het aanvaarden van diversiteit in de brede zin: ook aanvaarden dus dat niet iedereen dezelfde mening heeft als jij, dat er verschillende kanten zijn aan een verhaal, verschillende manieren ook om daarnaar te kijken. En dat dat niet erg is. Laten we met elkaar spreken, vaststellen dat we het mogelijk oneens zijn en dat dat ok is. Dé waarheid is voer voor dogmatici, laten we blij zijn dat er zoiets is als het meningsverschil. Dat is net hoopgevend, dat we ondanks de verschillen mekaar kunnen vinden.
Laten we onszelf gaan zoeken in de ander en misschien komen we dan zo ook de mens in onszelf weer tegen.

(tekst: Christina van Geel / fotograaf: © Katrin Torfs)

Download hier de maandspreuk →