Joris Hessels over de spreuk...

spreuk-dec


“De erkenning dat je meetelt, dat je deel uitmaakt van dat grotere geheel, dat is het zilveren randje van het leven.”
Televisiemaker Joris Hessels beschouwt zichzelf als het lepeltje maïzena in de soep van het leven. Mensen met elkaar verbinden, hen een plekje geven in dat grotere, warme geheel, dat is zijn motor. Joris doet dat via de TV-programma’s die hij maakt: Radio Gaga, De Weekenden, Taxi Joris. En gewoon elke dag, door te zijn wie hij is. Mens onder de mensen. Joris Hessels is onze Spreukenambassadeur van december. “Het leven leert meteen: niemand kan alles alleen”

Een lepeltje maïzena
Die spreuk, dat is een evidentie voor mij.
Ik kom uit een groot gezin. Ik ben als kind al in een collectief gesmeten. Daardoor voelde ik me geborgen en gezien. Met de jaren en doorheen de televisieprogramma’s die ik gemaakt heb, door veel naar mensen te luisteren, heb ik geleerd dat dat voor iedereen een grote noodzaak is: je gehoord en gezien weten door anderen. Ik geloof in de kracht van een groep. Mensen die samen zijn, verheffen elkaar. En ook: je gedragen weten, dat is zo heilzaam en versterkend. Dan kan je de wereld aan. Ik geloof niet dat je als mens beter af bent alleen.

Ik ben als de dood om alleen te vallen. Het idee dat er mensen zijn die mij kunnen dragen, en ik hen, dat is de motor van mijn leven en mijn werk. In alles wat ik doe probeer ik mensen te verbinden. In De Weekenden bijvoorbeeld brengen we acht mensen samen die elkaar niet kennen, die mekaar waarschijnlijk nooit zouden ontmoeten. Ik ben de maïzena tussen hen, het bindmiddel. Het is schoon om te zien hoe ze elkaar na verloop van tijd dragen, hoe ze leren vertrouwen en bouwen op elkaar. Dat is mijn hoogste goed: links en rechts kijken of iedereen mee is, me afvragen wat ik kan doen om anderen mee op de kar te krijgen, een lepeltje maïzena zijn in de soep van het leven.

2212_Joris_Hessels_1000x890_1.jpg

Stukjes leven delen
Er zijn nog te veel mensen die het gevoel hebben dat wie zij zijn, wat zij meemaken en wat zij voelen minder belangrijk is. “Mijn verhaal is zo klein in vergelijking met dat van een ander”, hoor ik mensen soms zeggen. Ze minimaliseren zichzelf en hun leven. Dat vind ik jammer.  Elk verhaal, elke mens mag, moét gehoord en gezien worden. Praten met mensen en die mooie, kleine verhalen uit hun grote leven delen, dat doe ik graag.

In het delen van verhalen zit ook veel troost en herkenning. Mensen herkennen die ‘kleine’ verhalen van elkaar, voelen zich minder alleen. Het is ook voor mij heilzaam. Ik stel zelf ook de vragen waar ik het antwoord op wil weten. Door mensen te bevragen ben ik zelf minder in de war of word ik op een juister spoor gezet. Mensen ontmoeten, dat is mijn lang leven en de intensiteit van wat binnenkomt dan kunnen delen met anderen. Uiteindelijk delen we allemaal stukjes leven met elkaar. En leren we van elkaar wat dat is, het leven, hoe je dat doet.

Elke mens heeft een zilveren randje
Mensen worden al te vaak aangesproken op wat ze niet goed doen en veel te weinig op wat ze kunnen, waar ze van groeien. Wat je aandacht geeft, groeit, daar geloof ik vast in. Ik geloof dat er bij iedereen, zeg maar, een zaadje zit dat tot iets heel moois kan ontkiemen, als we er maar aandacht aan besteden.

Toen we met Radio Gaga in een gesloten jeugdinstelling zaten, hadden we een jeudrechter te gast in onze caravan. Op het einde van het gesprek vroeg zij het nummer ‘Silver Lining’ van First Aid Kit aan. “Het is belangrijk dat we altijd dat zilveren randje van een mens blijven zien”, zei zij. “Al lijken ze nog zo donker en zien ze zelf het licht niet meer, het is belangrijk om te blijven focussen op die silver lining.”

Gedeelde angst is halve angst
We leven in een heel verwarrende en onzekere tijd die ons angstig maakt. Als je die angst kan delen met elkaar, komt er troost voor in de plaats en kan je een stuk van die angst loslaten. Gedeelde angst is halve angst. Het gevoel dat je er niet alleen voor staat, dat je niet alleen bént, daarin schuilt voor mij veel hoop.

Onze samenleving heeft nood aan solidariteit, aan meer samen. Als je ziet hoe positief mensen reageren op het soort van programma’s dat wij maken, dan merk je dat er nood is aan warmte, nabijheid en verbinding. Hoewel tegelijkertijd het individualisme hoogtij viert. Heel vreemd. Er is iets in ons dat ons telkens weer op onszelf doet terugplooien. Waardoor iedereen zich opsluit in zijn eigen angst en eigen waarheid. We zitten daar tegen een grens aan. Ik weet niet waar we als samenleving naartoe gaan, maar dat de weg naar mekaar toe de enige mogelijke weg is, dat denk ik wel. Het pad weg van elkaar is een doodlopend straatje, dat beperkt je tot jezelf. En alleen red je het niet.

De simpele helderheid der dingen
Ik hou van de eenvoud der dingen. De BZN spreuk “weer of geen weer, altijd welkom”, die hing vroeger bij mijn ouders op de deur. In dat soort van ogenschijnlijk simpele zinnen zit heel veel waarheid. De meeste artiesten waar ik van hou leggen een soort van simpelheid in hun werk waardoor het voor iedereen te vatten is. Dat zorgt voor herkenning en troost. Dat is ook wat ik probeer te doen met mijn werk. Ik hou van die simpele helderheid. In de ogenschijnlijk kleine en simpele verhalen zitten de meest waardevolle lessen vervat. Het is dat soort van verhalen dat we gemeen hebben met elkaar, waardoor we minder alleen zijn.

(fotograaf: © Katrin Torfs)

Download hier de maandspreuk →